Supervisiekunde opleiding

Programma post-hbo Supervisiekunde

De opleiding Supervisiekunde is erkend en geaccrediteerd door de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (LVSC) en hanteert de uitgangspunten van de Amsterdamse Zwerm (zie tabblad visie).

Opbouw van de opleiding Supervisiekunde

Visie op supervisie

Visie op supervisie

Supervisie is een vorm van het begeleiden van leren waarbij de supervisor een leeromgeving creëert die medewerkers faciliteert tot leren. Dit leren kan individueel vormkrijgen of in een kleine groep, gericht op het zelfstandig functioneren binnen een bepaalde werkomgeving of organisatiecontext. Het onderscheid van onze opleiding ligt in de aanpak  gebaseerd op de Amsterdamse Zwerm. In basis gaat dit uit van het volgende:

Ieder mens neemt waar op zijn eigen manier en geeft op zijn eigen manier betekenis aan dingen. Daarmee creëer je je eigen werkelijkheid en raster, het referentiekader.

Kern van het werk van een begeleider opgeleid vanuit de visie van de Amsterdamse Zwerm is om de klant (coaching) of supervisant in de gelegenheid te stellen zijn eigen referentiekader te onderzoeken en voor zichzelf te expliceren. Hierdoor leert hij de invloed op zijn eigen handelen kennen. Dit vertaalt zich in de volgende uitgangspunten in de opleiding:

Conceptualiseren
In professioneel werk kun je niet volstaan met protocollen, elke context is anders en vraagt om iets anders. Dit vereist een groot vermogen tot ‘reflection in action’. Het verantwoorden van je keuzen maakt dat je de keuzemogelijkheden makkelijker ziet en het kiezen van de interventie zorgvuldiger. Je leert te conceptualiseren in de opleiding vanuit waar je een keuze maakt voor je handelen.

Positie van de begeleider
We onderkennen twee manieren van positioneren als begeleider. De eerste is de opstelling als expert. Hierbij hoor je het verhaal van de klant aan, maak je al luisterend een plaatje van de situatie en diagnose van de leervraag op basis waarvan je interventies pleegt als begeleider. Wij geloven in een positie waarin je de klant (coaching) of supervisant in staat stelt zijn eigen verhaal te horen, zich te realiseren wat er gezegd wordt zijn eigen analyse te maken. De klant leert zelf te bepalen en expliciteren of hij wat doet met de manier van kijken van de begeleider.

Accent op leren
De hoofdtaak van een begeleider is het begeleiden van leren. Dit wordt vooral gezien als leren van binnen uit. Door in interactie te zijn met anderen ontdek je je eigen mentale constructen en kun je ze aanpassen en aanvullen. Je leert door uit te wisselen en de confrontatie aan te gaan met elkaars zienswijze. Dit geldt voor de begeleider als voor de klant.

Ervaringsleren
Eigen ervaringen en beelden laten expliciteren (redeneren, onderbouwen, definities, referentiekaders en regels) om vervolgens op basis van theorie te kijken en oriënteren. Wat biedt het mij in mijn handelen? Het betekent ook leerpraktijk hebben, ervaren en doen op basis waarvan je leert.

Er wordt naar vele theorieën gekeken; Kolb leerstijlen en leercirkel, Korthagen reflectiespiraal, Vermunt leeractiviteiten, Van Kessel leerwegen, Norman leertheorie, Lodewijks de kick van leren. Ook zoeken we inspiratie in begeleidingskunde, onderwijskunde, filosofie, andragogie, communicatiekunde, hulpverlening en onderzoek. Als begeleider luister je en biedt je leeractiviteiten om te stimuleren.

 Zelfsturing
Alles wat de begeleider doet , doet de klant niet. Stimulering van de klant staat in ons onderwijs centraal op basis van de taxonomie van Nijk en hantering van feedback. De vraag naar feedback wordt eerst omgebogen naar stimulans tot reflectie.

Context sensitiviteit
In de opleiding hechten we belang aan het stimuleren van sensitiviteit voor de invloed uit de context. Denk aan professie, organisatie, maatschappij, maar nog relevanter, de invloed van belangen, posities en sociale druk. Het gaat er om dat je in een bepaalde context iets kunt doen, de kennis en vaardigheid bezitten is soms niet genoeg. Leren zien wat nodig is in de situatie, kunnen doen wat nodig is en het lef en vermogen hebben het ook te doen.

Lichaam en intuïtie
Vermogen tot authenticiteit en vermogen om met anderen in verbinding te treden. Ook fysiek; leren doe je ook met je lijf- de methode focussen helpt om je bewust te worden van lichamelijke reacties als bron van betekenisgeving en kennis. Beeldende werkvormen en belevingsgerichte werkvormen komen hier aan de orde. Het vermogen van innerlijk weten wordt aangesproken.

Omgaan met diversiteit
Niet alleen op etniciteit maar ook op levensfase, sekse, seksuele oriëntatie, klasse, religie, talenten, beperkingen en beroep-socialisatie.

Basisrepertoire van de supervisor (MDS 1)

Basisrepertoire van de supervisor (MDS 1)

Omvang: 16 dagdelen

In MDS 1 staat het basisrepertoire van de supervisor centraal: van contractering – midden evaluatie- tot afronding. Tijdens de module komen de volgende vragen aan bod:

  • contact maken en vraagverheldering
  • hoe vindt contractering plaats (‘wat gaan we samen doen’)?
  • hoe breng ik fasering aan?
  • hoe stimuleer ik reflectie?
  • hoe begeleid ik ervaringsleren?
  • helke communicatie- en gesprekstechnieken pas ik toe?
  • hoe ondersteun ik dit met passende werkvormen?
  • welke begeleidingsvormen zijn er?
  • solution focus benadering
  • zelfsturing
  • evaluatie en afronding
  • alle basisconcepten die nodig zijn om te kunnen expliciteren en verantwoorden wat je als supervisor doet komen aan de orde. Het competentieprofiel van de supervisor is daarbij richtinggevend.

Toetsing
MDS 1 wordt afgerond met een procesbeschrijving en reflectie op één afzonderlijk zelf uitgevoerd supervisie-gesprek. De deelnemer beschrijft, onderbouwt en reflecteert op het eigen handelen in dit gesprek. Het gaat om beschrijving van het concrete handelen als coach en een vakinhoudelijke reflectie daarop met behulp van vaktheorie. Beoordeling vindt plaats aan de hand van de aspecten van het competentieprofiel van de supervisor.

Context en organisatie voor professioneel begeleiders (MDS 2)

Context en organisatie voor professioneel begeleiders (MDS 2)

Omvang: 16 dagdelen

In MDS 2 ga je je eigen begeleidingsstijl verder ontwikkelen en expliciteren en geef je vorm aan je verdere professionele ontwikkeling als supervisor.

Er vindt uitbreiding en verdieping plaats op onderwerpen uit MDS 1. Er wordt aandacht besteed aan resultaatgerichtheid en contextsensitiviteit. Je ontwikkelt oog voor het aspect van diversiteit. Je leert omgaan met verschillende spanningsvelden. Ook breidt je jouw begeleidingsrepertoire uit met diverse methoden en technieken, b.v. solution focus en provocatief begeleiden.

De volgende onderwerpen komen aan de orde:

  • diversiteit onderkennen en benutten
  • uitbreiden werkvormen
  • omgaan met spanningsvelden
  • context verdiepen: diverse factoren betrekken;
  • context gebruiken als leeromgeving
  • krachtige leeromgeving bewerkstelligen
  • zelfsturing op proces en leren
  • groepsdynamiek
  • eigen stijl expliciteren en onderbouwen
  • intervisie
  • werken met beroepscodes
  • ontwikkelingen vakgebied
  • verder professionele ontwikkeling vormgeven

Toetsing MDS 2
MDS 2 wordt afgerond met een procesbeschrijving van een zelf uitgevoerde reeks van supervisie-gesprekken. Je beschrijft, onderbouwt en reflecteert op het eigen handelen binnen het proces van deze reeks gesprekken. Het gaat om beschrijving van jouw concrete handelen als supervisor en een vakinhoudelijke reflectie daarop, aan de hand van alle aspecten van het competentieprofiel.

Verdieping begeleidingsrepertoire voor de supervisor (MDS 3)

Verdieping begeleidingsrepertoire voor de supervisor (MDS 3)

Omvang: 16 dagdelen

In MDS 3 staat de verdieping in het begeleidingsrepertoire van supervisie centraal. Daarbij komen een aantal aspecten van de ‘grondhouding’ van een supervisor aan de orde en vooral de manier waarop die aspecten van het vak van supervisor door iedere deelnemer persoonlijk worden vormgegeven. De eigen bewuste en onbewuste sturings-principes in het begeleiden worden geëxpliciteerd. Aandacht krijgt o.a. relationele fenomenen als afstand en nabijheid. Verbaal en non-verbaal, waarden en normen. Omgaan met diversiteit en socialisatie zijn thema’s. Specifiek onderdeel is ook het focussen als manier van systematisch aandacht schenken aan lichamelijke gewaarwording als bron van betekenisgeving en die te kunnen benutten in het begeleiden.

Programma
De volgende onderdelen komen aan de orde:

  • grondhouding focussen
  • relationele aspecten van supervisie
  • werkvormen in supervisie
  • omgaan met schriftelijke reflectie
  • waarden, normen en ethisch handelen
  • groepssupervisie
  • werken met beroepsprofiel
  • stromingen in supervisie
  • organiserende principes
  • intervisie
  • onderzoeksvaardigheden
  • ontwikkelingen vakgebied
  • contexten van supervisie: organisatie- en beleidsvraagstukken rond supervisie
  • supervisie en andere begeleidingsvormen

Toetsing MDS 3
MDS 3 wordt afgesloten met een werkstuk, dat voldoet aan de normen die de LVSC daaraan stelt: een thema uit de supervisiekunde verbinden aan eigen praktijk als supervisor-in-opleiding. Het paper gaat over een relevant thema op het domein van supervisiekunde, waarin de deelnemer zijn/haar eigen supervisiepraktijk en theorie supervisiekunde met elkaar verbindt, inclusief een zelfbeoordeling als supervisor in opleiding, aan de hand van de competentie-aspecten van een supervisor.

Leersupervisie

Leersupervisie

De omvang van de leerpraktijk voor supervisie dient tijdens het opleidingsjaar minimaal te bestaan uit twee - als supervisor-in-opleiding (sio) zelf te geven – reeksen supervisie, elk van minimaal 12 tot liefst 15 bijeenkomsten. 
Bij voorkeur geldt de variatie van één groepssupervisie en één individuele supervisie.
De grootte van een groep bij groepssupervisie is bij voorkeur twee of maximaal drie supervisanten. 

De leerpraktijken moeten bij de aanvang van de opleiding door de SIO bij de opleiders ter goedkeuring worden voorgelegd en dienen rond de aanvang van de opleiding te starten. Van de SIO wordt verwacht dat hij/zij zelf zorg draagt voor het organiseren van de eigen leerpraktijk. Als je hier vragen over hebt, neem dan gerust contact op.

Accreditatie

Accreditatie

De post-hbo opleiding Supervisiekunde is geaccrediteerd door:

  • LVSC, beroepsvereniging voor coaches, supervisoren en andere professionals in de begeleidingskunde

Na afloop van de opleiding voldoe je voor een groot deel aan de vereisten voor registratie als supervisor bij de LVSC. Voor volledige registratie is nog een leersupervisie 2 met bijbehorende leerpraktijk noodzakelijk. 

Deze uitbreiding kan tijdens of na de opleiding worden gestart. Je bepaalt dus zelf wanneer je hier gebruik van maakt en kan deze tweede reeks het beste zelf organiseren in overleg met de docent en leersupervisor. Eventueel kunnen wij je ook in contact brengen met een leersupervisor waarmee je zelf vervolgens de afspraken maakt.

Interesse in deze opleiding? Vraag een gratis brochure aan.

Bekijk de opleidingsinformatie en maak kennis met o.a. de organisatie, methode en locaties.

Download brochure

Is dit de opleiding voor jou? Schrijf je nu in!

Inschrijven