Den Haag,
13
juni
2018
|
11:06
Europe/Amsterdam

De oogst van Leren=durven

Jet de Ranitz

“Is deze marteling al bijna voorbij?” vroeg een collega. Zijn buurman onderdrukte een giechel. Ik probeerde me te concentreren op de muziek, wat me niet gemakkelijk afging. We waren met een groep Inhollanders bij de opening van het Holland Festival en werden getrakteerd op hedendaagse muziek. De kenners waren er na afloop laaiend over – ook de recensies waren de volgende dag juichend. Maar voor onze ongeoefende oren was het even doorzetten. Enerzijds voel ik me op zulke momenten een barbaar: ik heb er te weinig verstand van om te kunnen genieten. Anderzijds vind ik dit het leukst aan het Holland Festival: ik ga elk jaar naar een behoorlijk aantal voorstellingen en hoor en zie van alles en nog wat, waarvan ik meestal vooraf niets af weet. De grap is dat we vaak het langst napraten over de dingen die we niet konden waarderen. En daarmee heeft de kunst je dan toch te pakken.

Vaak werkt het op de hogeschool net zo: niet alles wat we aan studenten voorschotelen, wordt direct gewaardeerd. En niet alles wat we zelf moeten doen, gaat zoals we willen. Toch blijkt achteraf geregeld dat we er iets aan hebben gehad. Je merkt het niet op het moment zelf (want dan overheerst een andere emotie), maar terugkijkend kun je toch oogsten. ‘Leren=durven’ noemen we dat bij Inholland. Achterom kijken is dus belangrijk. Even de tijd nemen om stil te staan bij wat het resultaat is van alle geploeter en erop reflecteren. Alleen al om die reden ben ik elk jaar blij met het jaarverslag. Ik sta versteld van hoeveel we hebben gedaan. De laatste jaren toont het verslag vooral dat Inholland steeds beter presteert. Niet alleen is er weer veel inspirerend werk van studenten, docenten en onderzoekers afgeleverd, maar ook zijn onze studenten erg tevreden met hoe we het doen. Ik hoop dat de uitslag van de Nationale Studenten Enquête 2018 (die op 28 juni uitkomt) die trend wederom bevestigt.

Alle kengetallen op groen
Ons uitje naar het Holland Festival diende als intermezzo tijdens twee heidagen, waarin wij als College van Bestuur met de directeuren en stafhoofden gesproken hebben over de mid-term review van ons Instellingsplan. We hebben veel reflectie mogen ontvangen in de afgelopen maanden: van studenten, onze Raden van Advies en andere externe stakeholders, de Hogeschool Medezeggenschapsraad, onze Raad van Toezicht en een groot aantal collega’s. Daarnaast hebben we alle feiten en cijfers over de afgelopen periode verzameld. Alles overziend mogen we trots zijn op wat we de afgelopen periode hebben neergezet. We hebben hard gewerkt en het resultaat mag er zijn. Onze kengetallen staan op groen. Afgezet tegen de ambitie die in het Instellingsplan stond, mogen we constateren dat we een belangrijk deel van wat we wilden bereiken hebben waargemaakt. Zoals onze oud-minister Jet Bussemaker een paar maanden geleden al zei: “Inholland is terug in het hart van het onderwijs, en het onderwijs is terug in het hart van Inholland.”

Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland
Alles overziend mogen we trots zijn op wat we de afgelopen periode hebben neergezet. We hebben hard gewerkt en het resultaat mag er zijn.
Jet de Ranitz, collegevoorzitter Hogeschool Inholland

En nu verder omhoog
Maar wij zijn nog niet tevreden. Nu we het plateau van ‘normaal’ hebben bereikt willen we verder omhoog. De grote lijnen van onze strategie vinden we nog steeds goed. Als onze studenten zeggen dat ‘je aan Inholland geen nummer bent’ zien wij dat als een bevestiging van ons streven naar een omgeving die persoonlijk en dichtbij is. Het is zaak dit verder te versterken: immers, voor studiesucces is een goede relatie met de student essentieel. Ook het lef om tegenslag te overwinnen, de bakens te verzetten als de inhoud daarom vraagt, door te zetten als anderen stoppen (kortom, alles waar Leren=durven voor staat), is niet alleen voor de student noodzakelijk, maar ook voor onszelf. Samen maken we stappen en betrekken daar in toenemende mate het werkveld bij. Moed en wendbaarheid is niet alleen nodig om succesvol te studeren, maar ook om je als professional te blijven ontwikkelen.

Inhoudelijk gezien leveren we als hogeschool een bijdrage aan een duurzame, gezonde en creatieve samenleving. Het gaat ons om meer dan technologische innovatie, goede zorg, of verdienmodellen. Ons werk is fundamenteel in transitie, of je nu accountant wordt, of docent, of tuinbouwer. Wij constateren dat we door technologie bevraagd worden op de kern van onze professionaliteit. Het gaat daarbij niet alleen om wat technologie ons brengt, maar ook om wat de computer niet kan. Hoe meer technologie, des meer het gaat om wat het betekent een mens en een professional te zijn. Een docent wordt aangesproken op zijn pedagogische en didactische vaardigheden als de kennis ook online te vinden is, de zorgprofessional heeft tijd voor persoonlijke interactie als een robot zaken uit handen neemt, een circulaire economie komt er alleen als wij ons ook anders gaan gedragen. Het simpele feit dat de technologie er is, wil nog niet zeggen dat zaken verbeteren.

Zo bezien, is er nog een wereld te winnen. Zowel in de inhoud als in hoe we het aanpakken, hebben we vele uitdagingen. Dat is inspirerend en tegelijk moeten we daarbij net als bij het Holland Festival onze oren open blijven zetten voor ongemakkelijke klanken. Leren=durven dus. Wij gaan ervoor.

Reacties 1 - 1 (1)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.
Oscar
16
June
2018
Goed bezig! Keep up the good work!