Durf je mening aan te passen aan de realiteit
Teamleider Boudewijn Boelman (Business, IT & Management, Inholland Diemen)
Boudewijn Boelman en het docententeam van Business, IT & Management weten studenten met diverse achtergronden met succes aan zich te binden. De opleiding in Diemen doet dat door persoonlijke verbeterpunten bespreekbaar te maken, zodat studenten vragen durven te stellen. Reden voor de jury van de Wij Inholland award om Boudewijn en zijn collega’s te nomineren als team van het jaar 2018.
“In het onderwijs moet je je mening over wat de juiste werkwijze is durven aanpassen. Als een manier van doceren niet meer effectief blijkt, durft ons team anders te werk gaan om de leerdoelen te bereiken. We zijn eerlijk over wat werkt en wat niet. Want alles hoort in het teken staan van ons doel om studenten op het gewenste niveau en met voldoende ‘bagage’ te laten afstuderen. We nemen daarin onze verantwoordelijkheid, die willen we niet afschuiven.
Een voorbeeld: Als opleiding houden we rekening met de taalbeheersing van nieuwe studenten. Veel van hen komen uit een familie met een migratieachtergrond. Niet elke student kan zich vanaf het begin schriftelijk even goed uitdrukken in de Nederlandse taal. Weer anderen hebben moeite met zelfreflectie, bijvoorbeeld omdat ze het niet gewend zijn om kwetsbaarheid te tonen en hun zwakheden te benoemen.
Bewustwording van persoonlijke verbeterpunten is de eerste stap naar een oplossing. We creëren daarom een omgeving waarin studenten vragen durven te stellen.
Als onze studenten dit type obstakels tegenkomen tijdens hun studie, blijkt negen van de tien keer dat het geen kwestie van ‘niet willen’ is, maar dat ze iets nog moeten leren. Het werd simpelweg niet eerder van ze gevraagd op de havo of in het mbo. We durven dat bespreekbaar te maken. Bewustwording van persoonlijke verbeterpunten is de eerste stap naar een oplossing!
We creëren daarom een omgeving waarin studenten vragen durven te stellen als ze iets nog niet weten. We vertellen ze niet: ‘Dat had je allang moeten kunnen!’. Mede dankzij collega’s met een achtergrond in communicatie en taal heeft ons team de kennis in huis om samen met studenten aan verbetering te werken. Niet zo vreemd als je bedenkt dat zij misschien de eersten in hun familie zijn die hoger onderwijs volgen. Een van de kleinere aanpassingen die we doen, is meer open vragen toevoegen aan toetsen, om op deze manier goed formuleren te stimuleren.
Ook docenten dragen die zelfkritische houding uit. Soms passen we onze werkwijze met behulp van de input van studenten aan en experimenteren we met de lesvorm. Zo laten we zien dat je niet meteen alle antwoorden hoeft te hebben of foutloos door het leven hoeft te gaan. Daarbij blijven we wél consequent en duidelijk naar de studenten toe. Aan het eindniveau van de opleiding valt niet te tornen, dat ligt vast.
We denken als team niet snel dat we het goed doen. Dan is het extra bijzonder als ik onze studenten – zonder dat ze het doorhebben – op een Open Dag aan potentiële studenten hoor vertellen hoe fijn het hier is, dat we echt een community zijn met benaderbare docenten die je helpen om verder te komen. Dat is exact wat wij willen bereiken!
De alsmaar stijgende studenttevredenheidscijfers en de hoogste notering in de Keuzegids bevestigen dat de opleiding op de juiste weg zit. Steeds meer stagebedrijven vragen bij de afronding van een stage: ‘Zeg, heb je nog zo’n student?’. Deze heel concrete positieve signalen zijn voor ons geen doel op zich; ze zijn een gevolg, een optelsom van wat we doen.”