Amsterdam/Diemen,
11
juni
2015
|
09:00
Europe/Amsterdam

'Omdat de dood altijd interessant is, en overal aanwezig'

Wereldwijd tonen toeristen buitengewone interesse voor begraafplaatsen, spookhotels, slagvelden, oorlogsmonumenten en andere donkere bestemmingen en rituelen. Getriggerd door hun drijfveren, begon Karel Werdler met onderzoeken. In aanloop naar zijn promotie publiceerde de toerismedocent* deze maand het naslagwerk ‘Dark tourism, De dood achterna’, vol min of meer macabere, maar fascinerende trekpleisters. “Wij kunnen heel veel en weten heel veel als mensen, maar de dood blijft altijd een grote onbekende. Die is altijd interessant en aanwezig.”

Karel Werdler bij het graf van portretschilderes Thérèse Schwartze (1851-1918) op begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam.

“Bij toerisme denk je toch vaak aan zon, strand, vrolijkheid en gezelligheid. De dood is eigenlijk precies het tegenovergestelde. Het heeft me altijd hogelijk verbaasd dat iets zoals dood begrafenissen en rampen kijken toch een zekere toeristische aantrekkingskracht hebben”, vertelt Karel Werdler tijdens een wandeling langs de 19e en 20e eeuwse graven van De Nieuwe Ooster. De promoverende toerismedocent is met zijn fascinatie voor dark tourism kind aan huis op de Amsterdamse begraafplaats. Het is een plek die uniek is om de graven, maar ook om het Nederlands Uitvaart Museum ‘Tot Zover’. De collectie omvat onder meer oude haarschilderijen, dodenmaskers, urnen, filmfragmenten, maar ook een collectie miniatuurlijkwagentjes.

De Nieuwe Ooster is een van de locaties die een rol speelt in het promotietraject dat Werdler doet bij de London Southbank University, partner van Hogeschool Inholland op het gebied van toerisme- en managementstudies. In het onderzoek vergelijkt de toerismedocent dark tourism-locaties in Amsterdam, Barcelona en Berlijn. Hoe kunnen de steden omgaan met hun ‘donkere erfgoed? En wat drijft de bezoekers? Wat vinden ze interessant? Is het sensatiezucht, historische belangstelling of spelen er hele andere dingen een rol? 

Een must voor de echte ‘dark tourist’
Alle data inmiddels verzameld kan Werdler het eindwerk “in elkaar schuiven”. In aanloop naar de presentatie publiceerde Werdler deze maand ‘alvast’ zijn boek ‘Dark tourism, De dood achterna’, te gebruiken door studenten Tourism Management die interesse hebben in de meer duistere kanten van het toerisme. Maar ook een soort reisgids, voor toeristen met buitengewone interesse voor begraafplaatsen, spookhotels, slagvelden en oorlogsmonumenten. Voor de echte ‘dark tourist’ zelfs een must-have om zijn eigen bucketlist te verrijken.

Graven passerend van televisie- en theatermaker Jos Brink, rocklegende Wally Taks, portretschilderes Thérèse Schwartze en heilssoldate Majoor Bosshardt geeft Werdler aan dat De Nieuwe Ooster zelf ook zijn best doet om toeristen te trekken, onder andere om meer inkomsten te genereren voor onderhoud van graven. Mensen komen er voor hun rust om te genieten van de bomen en planten, voor rondleidingen over de funeraire cultuur of bezoeken bijzondere graven zoals het mausoleum van Joannes Benedictus van Heutsz, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.

Van spookwandelingen tot vernietigingskampen
De Nieuwe Ooster valt in het naslagwerk van Werdler in het rijtje ‘gewone begraafplaatsen’. Andere namen in dit rijtje zijn Père Lachaise en Montmarte in Parijs. Deze begraafplaatsen zijn onder meer populair bij internationaal publiek door de aanwezigheid van graven van vele grote namen uit de Franse en internationale cultuurgeschiedenis, zoals Oscar Wilde, Edith Piaf, Jim Morrison en Molière.

De voorbeelden van dark tourism die in het boek staan heeft Werdler ingedeeld volgens het ‘spectrum’ van Philip Stone, directeur van het Institute of Dark Tourism Research in Lancashire. In het meest donkere deel van dit spectrum bevinden zich ‘attracties’ zoals vernietigingskampen zoals Auschwitz, genocidelocaties zoals in Rwanda en de Killing Fields in Cambodja. In het meest lichte deel van het spectrum vind je musea als de Amsterdam Dungeons, diverse spookwandelingen en de Jack the Ripper tour. Begraafplaatsen, monumenten en gevangenissen bevinden zich meer in het midden. “Kenmerkend aan de meest lichte kant is dat je wel met een soort van dood en horror geconfronteerd wordt, maar dat het niet echt is. In alle andere vormen is het echt én authenthiek. Verder geldt in het algemeen: hoe actueler en dichterbij, hoe donkerder. Een slagveld uit de 12e eeuw spreekt minder tot onze verbeelding dan eentje uit de vorige eeuw.“

‘Ik hou van de dood’ 
“Een paar weken geleden sprak ik op de Montmartre-begraafplaats een Amerikaans stel. Zij hadden boeken van Jean Paul Sartre gelezen en waren onder de indruk van die man. Ze wilden graag het graf zien, als een soort van eerbewijs. In de catacomben sprak ik een dame die zei: ‘Ik hou van de dood; ik ga altijd naar plaatsen waar mensen dood zijn’. Een echte dark tourist dus! Ze vindt de dood een raadsel, dus spannend. Tijdens de Jack the Ripper Tour in Londen zei een man: ‘Ik hou van griezelen, horror en gothic. Hierna ga ik naar Auschwitz en dan naar de Killing Fields.’ Nou, dan ben je toch aan een aardige dark tour bezig!”

De antwoorden, hoe divers ook per locatie, zijn van belang voor de toeristische bestemmingen zelf om te bepalen hoe zij hun toeristische bestemming inrichten en verkopen. “Ik ben veel in Rwanda geweest, waar een soort van genocidetoerisme is ontstaan. Belangrijkste toeristische product van Rwanda was tot voor kort de natuur. Nu staan niet alleen de gorilla’s maar ook de monumenten van de genocide op het programma, waar je letterlijk de lijken nog kunt zien liggen. Waarom zou je dat willen zien als bezoeker, maar waarom zou je het ook willen laten zien als bestemming? Of neem Ground Zero. Enerzijds is dat de plaats waar een ramp heeft plaatsgevonden, waar mensen gestorven zijn, maar er liggen ook nog steeds menselijke resten. En het is een herdenkingscentrum. Hoe presenteer je al die zaken op een fatsoenlijke en ethisch verantwoorde manier? Opvallend is dat Ground Zero nu meer bezoekers per jaar aantrekt dan de Twin Towers daarvoor. Men heeft er eigenlijk een attractie bijgekregen. Dat is toch enigszins morbide.”

Op de vraag waarom dark tourism zo populair is heeft Werdler geen eenduidig antwoord. Als mogelijke verklaring voor een toename van het fenomeen dark tourism noemt Werdler in zijn boek “het streven naar authenticiteit”. Het gevoel zelf even onderdeel te zijn van de geschiedenis, er zelf bij te zijn geweest. En dan ook het blijvende mysterie van het onbekende. “De dood is wat iedereen aangaat; iedereen heeft er een mening over en een beeld bij.”

*Karel Werdler werkt als docent en manager externe relaties bij de opleiding Tourism Management (HTRO) van Hogeschool Inholland Diemen. Voorheen werkte hij onder andere voor verschillende Nederlandse en buitenlandse touroperators onder meer in Kenia, Sri Lanka, Senegal en het Caraïbisch gebied. Naast het geven van colleges is hij verantwoordelijk voor verschillende projecten vanuit de hogeschool, zoals een samenwerkingsverband met de VU en Nuffic dat zich richt op het trainen van docenten toeristisch onderwijs aan de RTUC universiteit van Kigali in Rwanda. Sinds vijf jaar werkt hij aan zijn promotietraject bij de London South Bank University en onderzoekt de mogelijkheden en beperkingen van het begrip dark tourism.

Dark tourism, De dood achterna is voor € 24,95 verkrijgbaar via www.nritmedia.nl. Je kunt daar ook meer informatie vinden over dark tourism en onder andere over het onderzoek naar Helgoland van Arjan Meering.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.