Van Studentenstatuut 2017-2018 naar Onderwijsgids 2018-2019

Om beter aan te sluiten bij ontwikkelingen in het onderwijs, én studenten en collega’s heldere toegankelijke informatie te geven over rechten en plichten, wordt het Studentenstatuut aangepast. De Onderwijs- en Examenregeling (OER), het algemene deel van het Studentenstatuut, is als eerste onder handen genomen. Het Studentenstatuut gaat vanaf 1 september 2018 verder onder de nieuwe naam Onderwijsgids 2018-2019.

Studenten én medewerkers waren niet tevreden over het Studentenstatuut en de OER. De materie was ‘lastig te lezen’ en weinig studenten en docenten kenden de inhoud. De look-and-feel was bovendien gedateerd. Verder lag het beleid in de OER besloten en voelden collega’s zich beperkt door deze ‘rule-based’ opzet. De OER moet niet het onderwijs bepalen, maar andersom, zo was de gedachte.

Realistischer beoordelingsproces
Regula van Graas-Hofman, projectleider van het nieuwe opleidingsprogramma voor de opleiding Verpleegkunde en OER-coördinator van de opleiding is positief over de wijzigingen. “We hebben ons hier hard voor gemaakt om het beoordelingsproces realistischer te maken en te baseren op de nieuwste onderwijskundige inzichten. Zo is afgesproken dat studenten voor onderwijseenheden over vaardigheden en studieloopbaanbegeleiding voortaan een voldoende of een onvoldoende krijgen, en niet langer een cijfer. Geheel terecht omdat dit vakken zijn waarbij je het óf wel kunt óf niet, en niet een beetje meer of minder. Een ander winstpunt is dat in de nieuwe situatie studenten toetsen kunnen compenseren binnen een aantal onderwijseenheden. Het wordt nu mogelijk om een onvoldoende eerste deeltoets ‘weg te poetsen’ met een beter gemaakte tweede toets. Dit motiveert studenten, je biedt immers een escape aan.”

Betere tekst en opbouw
Om de leesbaarheid en toegankelijkheid te vergroten is inmiddels het algemeen deel van de OER herschreven. De schrijfstijl is helder, duidelijk, persoonlijk. Zo is er zo min mogelijk jargon gebruikt en zijn veel ouderwetse woorden geschrapt. Ook staan er geen instructies meer en zijn andere overbodige toevoegingen weggehaald. Verder is de opbouw nu beter, met een duidelijke indeling en inhoudsopgave, zodat studenten én docenten de belangrijkste informatie snel en makkelijk kunnen vinden.

Inhoudelijke aanpassingen
Bepaald is dat de OER niet langer het onderwijs bepaalt, maar dat de wensen van het onderwijs juist leidraad zijn. Daarom zijn er afgelopen maanden, onder andere tijdens de Dag van het Onderwijs begin november, gesprekken met collega’s gevoerd. Daarin stond het eigenaarschap van het onderwijs centraal met meer aandacht voor een ‘principle-driven’ en ‘persoonlijk-en-dichtbij’ manier van werken.

De gesprekken hebben geresulteerd in inhoudelijke aanpassingen in de OER. Hieronder een aantal voorbeelden van aanpassingen die voor alle opleidingen gelden:

• Opleidingen kunnen zelf bepalen of zij een kwalitatieve norm stellen voor het bindend studieadvies.
• Opleidingen kunnen meer dan twee toetskansen aanbieden in een studiejaar.
• Een onderwijseenheid kan worden beoordeeld met een voldoende of onvoldoende (in plaats van met een cijfer).
• Cijfers van deeltoetsen binnen een onderwijseenheid kunnen elkaar vanaf nu compenseren.

Bekijk de korte samenvatting van veranderingen in de OER 2018-2019 voor meer informatie en aanpassingen.

Stapsgewijs
De veranderingen die nodig zijn om tot de Onderwijsgids 2018-2019 te komen gaan stapsgewijs. Belangrijk is dat voor de opleidingen herkenbaar blijft dat het ‘hun’ onderwijsgids (en OER) is. Gebruikers moeten ook kunnen wennen aan de nieuwe vorm. De vernieuwing is verder een doorlopend proces waarbij het onderwijsprogramma en het onderwijsbeleid een centrale rol spelen.

Instellingsplan
De overgang van Studentenstatuut 2017-2018 naar Onderwijsgids 2018-2019 sluit aan op de ambities uit het Instellingsplan Durf te Leren 2016-2022. Daarin staat dat we aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijs, we ervoor zorgen dat studenten en medewerkers heldere informatie krijgen over rechten en plichten én dat we ‘persoonlijk en dichtbij’ zijn.