In een Living Lab staan vier activiteiten centraal: co-creatie, verkennen, experimenteren en evalueren.
In een ‘Living Lab’ werken studenten, docenten, onderzoekers en het werkveld in een experimentele omgeving samen aan het oplossen van een probleem of aan een project. Vier activiteiten staan hierin centraal: co-creatie, verkennen, experimenteren en evalueren.
Het concept Living Labs is in de afgelopen jaren populair geworden. Dit te zien is aan de vele initiatieven in met name Europa. In Finland kent de Hogeschool van Laurea het ‘Learning by Developing’-model, waarbij docenten, studenten en (regionale) professionals samenwerken. De Humboldt Universiteit in Berlijn kent het Bologna.lab voor dergelijke samenwerking.
Bij diverse Nederlandse universiteiten — bijvoorbeeld in Leiden, Groningen, Maastricht en Utrecht – wordt in het Leadership Programme in de master nauw samengewerkt met het werkveld. Studenten werken in multidisciplinaire teams aan real-life vraagstukken van maatschappelijke organisaties, gemeente en bedrijven.
Sommige Nederlandse hogescholen werken – op initiatief van de Nuffic – in het buitenland samen met bedrijfsleven en overheden (triple helix) in onderzoekscentra waar studenten stage lopen en afstuderen. Een voorbeeld is de in 2013 opgerichte Living Lab Logistics Indonesia – NL (LLLI). LLLI hanteert een student-gecentreerd leermodel waarin de projectonderzoeken gebaseerd zijn op real-life bedrijfsvraagstukken. De founding partners van LLLI zijn drie Nederlandse hogescholen (HAN, NHTV en HR), vier Indonesische universiteiten, vier bedrijven en verschillende overheidsorganisaties (onder andere Nuffic Neso Indonesia, Indonesische Ministerie van Economische Zaken, Dutch Institute for Advanced Logistics en de Nederlandse Ambassade in Indonesië).
Er zijn ook initiatieven vooral gericht op de regio, zoals bij de Hogeschool Rotterdam. De Hogeschool Rotterdam werkt in Innovation Labs nauw samen met het werkveld in de omgeving (Sirius Programma, 2014). In ieder I-Lab zitten derdejaars studenten van verschillende opleidingen, docenten en lectoren uit verschillende vakgebieden. Zij werken tijdens één semester aan vraagstukken aangereikt door Rotterdamse opdrachtgevers. Er zijn verschillende I-Labs op verschillende onderwerpen ingericht. Na deelname aan een I-Lab ontvangen studenten een I-certificaat dat aantoont dat de studenten aan de leerdoelen (i.e. creatief en innovatief) van de ‘Living Lab’ voldoen.
Er is een grote verscheidenheid aan ‘Living Labs’. Hierdoor kunnen ook de doelen variëren. Maar in hoofdlijnen is het doel dat studenten:
• Relaties leren leggen tussen verschillende disciplines.
• Creatief, innovatief en probleem oplossend nadenken.
De doelen van LLLI zijn op een praktische manier bijdragen aan de nationale economische prioriteiten van beide landen (in Nederland; Topsector Logistiek), door de triple helix partners in beide landen in staat te stellen om best practices in onderwijs, toegepast onderzoek en arbeidsmarktrelevantie uit te wisselen.
Voor het opzetten, ontwikkelen en in stand houden van een living lab zijn verschillende partners nodig. Dit vraagt ook vaak om een coördinator. Om een consortium van partners bij elkaar te krijgen in de beginfase van een living lab, zijn investeringen noodzakelijk. Dit vraagt uiteraard om commitment van de initiërende partijen.
De opbrengsten van de Living Lab Logistics Indonesia – NL in de twee jaar na oprichting zijn veelbelovend. Zo zijn er naast de veertien founding partners, zes bedrijven en nog een ministerie tot LLLI toegetreden als deelnemers. Bij de partners en deelnemers zijn zo’n 140 Indonesische en 100 Nederlandse werknemers betrokken bij LLLI. Er hebben 96 Nederlandse studenten en 133 Indonesische studenten deelgenomen aan LLLI-activiteiten. Financiering komt voor een belangrijk deel van de niet-gouvernementele partners en andere deelnemende organisaties (Living Lab Logistics Indonesia – NL, 2015).
De Innovation Labs van Hogeschool Rotterdam zorgden voor belangrijke opbrengsten. Ten eerste kwamen positieve reacties vanuit het werkveld. Vooral positief is het aanpakken van vraagstukken en problemen die in het werkveld in regio Rotterdam worden ervaren (Auditcommissie Sirius Programma, 2013). Ten tweede laat onderzoek zien dat de studenten de beoogde resultaten van de I-Labs veelal behalen, dat studenten zich uitgedaagd voelen en multidisciplinaire vaardigheden leren (Ossevoort, 2012). Ten derde is er een relatie tussen het bereiken van de leeruitkomsten door de deelnemende studenten en de professionalisering van docenten (ScienceGuide, 2013). Innovation Labs kunnen hierdoor docenten motiveren om zich te professionaliseren.
Kolster, R., Boer, H., Jongbloed, B., Cremonini, L., Krug, K., Benneworth, P., ... & Westerheijden, D. F. (2015). Internationale good practices onderwijskwaliteit en studiesucces.
Initiatieven bij veel Nederlandse universiteiten en hogescholen, waaronder Living Lab Logistics Indonesia – NL en de Innovation Labs van Hogeschool Rotterdam