Stagediscriminatie is een groot maatschappelijk probleem. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er sprake is van ongelijke kansen op de Nederlandse stage- en arbeidsmarkt en dat studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs te maken kunnen krijgen met stagediscriminatie. De negatieve gevolgen voor studenten zijn groot, het heeft een enorme impact op hun zelfvertrouwen en welbevinden, en leidt tot mogelijke studievertraging, het vroegtijdig afbreken van de studie en/of een moeilijke start op de arbeidsmarkt. Ook zorgt stagediscriminatie ervoor dat veel arbeidspotentieel en talent onbenut blijft.
Dit probleem kunnen we alleen gezamenlijk aanpakken. Met de Haagse aanpak Gelijke stagekansen bouwen we aan een actief netwerk in een breed speelveld van partners rondom gelijke onderwijs- en arbeidsmarktkansen in Den Haag. Het doel is om inzichten en aanbevelingen uit onderzoek om te zetten naar concrete interventies. Om zo echt in actie te komen en een verandering op gang te brengen naar gelijke stagekansen voor alle studenten. We zetten in op bewustzijn en kennis rondom het thema stagediscriminatie bij studenten, docenten én het werkveld, maar ook op het ontwikkelen van handvatten voor docenten en begeleiders in het herkennen, bespreekbaar maken en aanpakken van stagediscriminatie. We geloven in klein beginnen, al doende leren, en waar wenselijk opschalen en verduurzamen.
Dit onderzoek heeft tot nu toe tot verschillende resultaten en producten geleid, waaronder:
Liever Fleur dan Fatima is een documentaire over stagediscriminatie waarin we tien studenten volgen in hun zoektocht naar een stage. Waar lopen zij tegen aan? Welke rol speelt hun naam en afkomst? Ook spreken deskundigen in de documentaire vanuit hun expertise en ervaringen over dit thema.
Regionieuws tv interviewde Tjitske Lovert, onderzoeker bij het lectoraat Diversiteitsvraagstukken en programma- en communitymanager van de Haagse aanpak én Emre Sahin. Emre is vanaf het begin betrokken bij de Haagse aanpak en vertelt over zijn eigen ervaringen met stagediscriminatie. Samen willen ze het de bewustwording vergroten en verbindingen creëren omdat alle studenten gelijke kansen verdienen!
De campagne haagseaanpak.nl is onderdeel van het Inholland-onderzoeksproject en heeft als doel bewustzijn en kennis rondom stagediscriminatie te vergroten.
Het Haags Manifest Gelijke stagekansen is opgesteld om regionaal de krachten verder te bundelen en te verstevigen, voor het doorontwikkelen, opschalen, uitbreiden en duurzaam inrichten van ingezette initiatieven tegen stagediscriminatie.
Hoe ontwikkel je als instelling een effectieve aanpak om stagediscriminatie tegen te gaan? Wat zijn uitdagingen die onderwijsprofessionals tegenkomen en hoe beïnvloedt het maatschappelijk debat over stagediscriminatie hun werk binnen de instelling? Over deze vragen en meer gaat Tjitske Lovert, onderzoeker van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken, in gesprek in deze podcastaflevering van Stagediscriminatie onder de loep.
Inholland ziet dit project als een langlopend transitieproject naar gelijke stagekansen met verschillende fasen. We werken met de methoden van ontwerpend onderzoek en co-design, om zo met alle belanghebbenden interventies te ontwerpen, testen en doorontwikkelen die stagediscriminatie tegengaan. Het feit dat de interventies in co-design zijn ontworpen, vergroot de impact van de oplossingen. Daarnaast bouwen we voort op een breed, divers en actief netwerk van betrokkenen op het snijvlak van onderwijs en arbeidsmarkt. We werken zo incrementeel, via kleine interventies, toe naar een Den Haag waar voor stagediscriminatie geen plek is.
Deze fase bestond uit een uitgebreid literatuuronderzoek waar alle beschikbare onderzoeksdata, aanbevelingen en interventies in een kennisbank zijn verzameld, en daarnaast het organiseren van drie ontwerpsessies samen met verschillende partners vanuit het werkveld (commercieel, non-profit, groot/klein (mkb)), het mbo- en hbo-onderwijs (studenten, docenten, onderzoekers en adviseurs), maatschappelijke organisaties en de Gemeente. Deze co-design sessies leverden, naast nog vele andere opbrengsten en connecties, een concreet eindproduct op: het ‘Handboek Haagse aanpak Gelijke stagekansen’, met daarin een reeks concrete interventies.
In deze fase kregen de drie meest kansrijke concepten uit fase 1 handen en voeten in drie pilotprojecten: 1. Datalab, gericht op dataverzameling en monitoring; 2. De Haagse stagestandaard, gericht op concrete handvatten voor stageprofessionals en besturen zowel in het onderwijs als het werkveld; en 3. Storytelling, gericht op bewustwording en campagne. Dit proces en alle opbrengsten en concrete producten en interventies zijn verzameld in een nieuw handboek Gelijke stagekansen. Denk hierbij aan een 0-meting, posters ontworpen voor en door studenten, het Gelijke kansenspel, een brief voor bestuurders en een keuzeboom en overzicht met good practices.
Fase 3 richt zich op het doorontwikkelen en opschalen van de ontworpen interventies en het uitbreiden, actief houden en verduurzamen van het netwerk van de Haagse aanpak Gelijke stagekansen. Met elk jaar zes ontwerpsessies met verschillende thema's, en met altijd ruimte voor uitwisseling en versterking van elkaars initiatieven. Met de ondertekening van het Haags manifest Gelijke stagekansen (2023 – 2027) met daarin concrete actiepunten voor alle partners en de lancering van de campagne Gelijke stagekansen als mooie markeringspunten in deze transitie.
Parallel aan de doorontwikkeling van de Haagse aanpak, staat fase 4 in het teken van een landelijke uitbreiding van de aanpak. Met het project ‘Creatief samenwerken aan Gelijke stagekansen: De uitbreiding van een bewezen aanpak’ worden drie regio's ondersteund om een eigen regionale aanpak op te starten. Natuurlijk met gebruik van de ervaringen, expertise en opbrengsten uit de Haagse regio. Doel is om toe te werken naar een landelijk platform.
Stagediscriminatie is een belangrijk vraagstuk in de huidige samenleving en het belang voor het onderwijs is groot. Dat studenten die op basis van niet-relevante identiteitsaspecten minder kans hebben op het vinden van een stageplek, betekent dat hun talenten niet gezien en ingezet worden en dat ze belemmerd worden in hun studievoortgang en zelfvertrouwen.
Met dit project gaat het onderwijs samen met verschillende partners via ontwerpend onderzoek concreet aan de slag met interventies om gelijke stagekansen te bevorderen. Specifiek krijgen studenten (zowel mbo als hbo) een belangrijke rol in het onderzoeken en (door)ontwikkelen van de interventies.
Omdat we werken met de methode van co-design en ontwerpend onderzoek zijn alle partners binnen de aanpak constant nauw betrokken en mede-eigenaar van de inhoud van het project. Dat geldt naast de verschillende mbo- en hbo-onderwijsinstellingen, ook voor het werkveld. Het werkveld bestaat uit verschillende werkgevers met (mogelijke) stageplekken voor mbo- en hbo-studenten. Dit kunnen grote en kleine werkgevers zijn, zowel commercieel als non-profit. De impact voor deze werkgevers kan groot zijn, aangezien zij de interventies ook daadwerkelijk inzetten en testen binnen hun eigen praktijk
