Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in hoe leraren veerkracht van kwetsbare kinderen in het primair onderwijs kunnen bevorderen. Toename sociale ongelijkheid. Leerlingen van nu groeien op in een maatschappij waarin sociale ongelijkheid tussen mensen toeneemt. Juist voor kinderen die opgroeien in risicovolle thuissituaties en contexten van maatschappelijke achterstand – denk aan armoede, verwaarlozing, discriminatie, onveilige of onstabiele gezinssituaties is de rol die school kan spelen in hun brede ontwikkeling groot.
Deze situaties en contexten betreffen niet alleen de (groot)stedelijke maar juist ook de rurale gebieden. Interacties tussen leerling en (onderwijsprofessionals in) de school kunnen bijdragen aan het verminderen van risico’s of zelfs groei. Effectieve interactie draagt bij aan een veerkrachtige ontwikkeling. Een kind is dan in staat om zijn persoonlijke capaciteiten en competenties, en (hulp)bronnen in de schoolomgeving, te herkennen en te gebruiken.
Contextbewuste onderwijsprofessionals nodig
Om veerkracht bij kinderen te kunnen ontlokken zijn contextbewuste onderwijsprofessionals nodig. Deze professionals reflecteren op gedragingen en sociale interacties binnen de school en kunnen deze in een breder maatschappelijk kader plaatsen.
In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Hoe zijn in het primaire proces in het basisonderwijs de mechanismen om veerkracht van kwetsbare kinderen te herkennen en bevorderen door leraren?
Dit onderzoek wordt uitgevoerd op basisscholen met kwetsbare leerlingen. Leraren worden geïnterviewd, maken journals over ‘veerkracht’ momenten en worden geobserveerd. In het eerste deel van het onderzoek ligt de focus op welke mechanismen op welke momenten te identificeren zijn. In latere fasen zal de focus liggen op het bevorderen van deze mechanismen en wat specifieke kenmerken zijn van een professionele cultuur die bijdraagt aan veerkracht van kwetsbare leerlingen.
"Niet voor elk kind denk ik dat je als leraar het verschil kunt maken ,maar je kunt wél invloed hebben.”
Dit onderzoek levert op verschillende manieren een potentiële bijdrage aan de wetenschap. Veel onderzoek omtrent het vergroten van kansen van kinderen is gericht op onderwijs in ‘urban’ contexten. We kiezen in dit onderzoek bewust voor scholen in kleinere steden of in meer rurale gebieden. Juist in kleinere gemeentes, steden en in dorpen is sprake van een minder omvangrijke beschikbaarheid van en toegang tot bronnen als culturele instellingen en voorzieningen.
Kansenongelijkheid in klassensituatie
Veel onderzoek binnen het bredere thema van kansen(on)gelijkheid richt zich op de rol en functie van institutionele kenmerken van het onderwijssysteem en -stelsel, zoals VVE, advisering, vroegselectie of schaduwonderwijs. Dit onderzoek richt zich op hoe kansenongelijkheid zich manifesteert in de klassensituatie en als aanvullend perspectief staan hierbij juist de inhoudelijk pedagogisch-didactische processen centraal.
Contextbewust onderwijs
Daarnaast draagt dit onderzoek bij aan definiëring en uitwerking van ‘contextbewust’ onderwijs: welke uitdagingen ervaren kinderen die opgroeien in thuissituaties waarin sprake is van verschillende risicofactoren in relatie tot een voorspoedige ontwikkeling? Welke hulpbronnen zijn beschikbaar en benodigd? Met welk pedagogisch-didactisch handelen kan de leraar deze kinderen in interactie brengen met deze bronnen? Door de toenemende nadruk op het belang van ‘evidence based’-onderwijs is er veel aandacht voor onderzoeksbevindingen die voortkomen uit kwantitatief, gestandaardiseerd ‘contextloos’ onderzoek. De onderwijspraktijk is echter geladen met allerlei omstandigheden en kan niet worden gevangen zonder kwalitatief onderzoek. Dit onderzoek beoogt daar in te voorzien door ervaringen van onderwijsprofessionals in het primair proces onder de loep te nemen.
Meer dan advisering
Dit onderzoek levert op verschillende manieren een bijdrage aan de maatschappij. Kansenongelijkheid is een hardnekkig probleem en het maatschappelijk debat hierover vindt onvermoeibaar plaats. Om recht te doen aan de ontwikkeling van leerlingen in brede zin én aan wat nodig is in de maatschappij, is het de uitdaging om het bieden van kansen in het onderwijs niet te reduceren tot vraagstukken omtrent advisering. De rol van primair onderwijs beperkt zich niet tot selectie met oog op het doorstromen naar de middelbare school, maar beslaat een veel breder palet aan doeldomeinen. Dit empirisch onderzoek kan bijdragen aan het maatschappelijk discours hierover.
Veerkrachtperspectief
In welke situaties is er op deze scholen bij leerlingen sprake van veerkrachtmomenten in het primair proces en wat gebeurt er eigenlijk op deze momenten? Door de discussie terug te brengen naar de plaatsen en momenten waar kinderen op de basisschool uitdagingen ervaren, kan het debat over de rol van scholen en leraren in het bijdragen aan de veerkracht van hun leerlingen gevoerd worden op meer empirische basis. Door met een veerkrachtperspectief naar de grote diversiteit van kinderen in deze omgeving te kijken, is het mogelijk om in de discussie hun behoeften te ontkoppelen van bijvoorbeeld een kenmerk als etnische achtergrond.
Lerarentekort
Werken op een school met een hoge schoolweging en veel kwetsbare leerlingen vraagt meer van leraren. Bovendien zijn de tekorten aan personeel op deze scholen groter. De tekorten ontstaan mede omdat leraren aangeven zichzelf niet geschikt te vinden om les te geven op een school met een hoge schoolweging (Inspectie van het Onderwijs, 2022). Dit is zorgwekkend omdat juist leerlingen op deze scholen het meest afhankelijk zijn van goede leraren voor hun ontwikkeling en leren. Dit onderzoek wil een bijdrage leveren aan het gesprek over, en inzichten in, het pedagogisch-didactisch leerkrachthandelen dat veerkracht van leerlingen bevordert.
Onderwijsprofessionals, zo blijkt uit eerder onderzoek van lectoraat De Pedagogische Opdracht, vatten hun pedagogische opdracht ruim op: ze begeleiden hun leerlingen tot kritische en zelfstandige kinderen die met kennis en (zelf)vertrouwen in de wereld staan. Tegelijkertijd zeggen veel leraren zichzelf niet geschikt te vinden en over onvoldoende know how te beschikken om les te geven op een school met een hoge schoolweging en veel kwetsbare leerlingen (Inspectie van het Onderwijs, 2022).
Inzichten in veerkrachtbevordering
Voor het basisonderwijs levert dit onderzoek inzichten op hoe een leraar de veerkracht van zijn leerlingen kan bevorderen. De thematische uitwerking van veerkrachtmomenten kan leraren helpen om het gesprek inhoudelijk te voeren, omdat het duidelijk maakt op welke vlakken sprake is van voor leerlingen uitdagende situaties en welk pedagogisch-didactisch handelen dan passend is om groei te kunnen bewerkstelligen. Inhoud van professionalisering kan hier dan op worden afgestemd. Dit onderzoek richt zich expliciet op situaties in de klas waar leraren in hun praktijk mee te maken krijgen.
Bijdrage lerarenopleidingen
Lerarenopleidingen kunnen op basis van de geanalyseerde ervaringen van leraren beter bepalen wat studenten nodig hebben om de veerkracht van hun kwetsbare leerlingen te bevorderen. Door de afwegingen en emoties die het handelen van leraren op dit gebied bepalen te bestuderen, kan een empirische basis gelegd worden voor manieren om aankomend leraren voor te bereiden op de weerbarstige werkelijkheid in scholen met veel kwetsbare leerlingen.
Op de conceptuele en empirische basis die dit onderzoek legt, kan door basisscholen en lerarenopleidingen voortgebouwd worden om bewuster en meer onderbouwd met het bevorderen van veerkracht van kwetsbare leerlingen aan de slag te gaan.