Onze samenleving is niet optimaal ingericht voor mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb). Daarom komen zij gemiddeld vaker in aanraking met politie en justitie, en is hun recidivepercentage is hoger dan gemiddeld. De lvb-pilot in Rotterdam-Zuid had tot doel om dit te voorkomen en terug te dringen. Om dit te bereiken is ingezet vroege signalering en betere bejegening van mensen met een lvb.
Bijzonder aan de lvb-pilot in Rotterdam-Zuid is dat de vroegsignalering ook écht vroeg plaatsvindt, nog voordat de verdachte het eerste politieverhoor in gaat. Ook is het bijzonder dat zoveel verschillende organisaties uit zowel het justitiële als het sociaal domein samenwerkten (zie onder).
In het strafproces is bij verdachten die instromen op ZSM (een methodiek in de strafketen om tot een snelle zorgvuldige en betekenisvolle afdoening op maat te komen voor verdachten: Zorgvuldig, Snel en op Maat) zo vroeg mogelijk onderzocht of ze een lvb hebben: nog voor het politieverhoor. Vervolgens werd daarmee rekening gehouden tijdens het verhoor, kreeg de verdachte een advocaat die bekwaam is op het gebied van mensen met een lvb, kwam hij op een speciale OM-hoorzitting en zou hij een taakstraf in de wijk krijgen. Voor de vroegsignalering werd gebruik gemaakt van de SCIL, een screeningsinstrument.
Er is ook gewerkt aan preventie. Organisaties uit het sociaal domein hebben bij jongeren met een hulpvraag de SCIL ingezet, om te zien of ze vermoedelijk een lvb hebben. Als ze dat hebben, werd de hulp en de omgang met de jongeren daarop aangepast.
De betrokken organisaties (zie onder) voerden de pilot uit. Onze taak als onderzoekers was het monitoren en te evalueren: wat kunnen we hieruit leren? Dat betekent dat we data bijhielden over de instroom en het gebruik van de SCIL, maar vooral ook dat we kwalitatief onderzoek deden. We interviewden professionals, woonden overleggen bij en praatten met de doelgroep: mensen met een lvb. En we betrokken studenten bij het onderzoek. In september 2021 verscheen ons eindrapport.
Onze aanstaande professionals krijgen veel met deze doelgroep te maken. Naar schatting van het SCP hebben 1,1 miljoen (!) mensen in Nederland een lvb. Onderzoek laat zien dat het recht voor deze mensen vaak minder toegankelijk is. Het is daarom belangrijk dat hier aandacht voor is in het onderwijs. We zijn erg blij dat studenten Sociaal Juridische Dienstverlening binnen dit project konden afstuderen.
De lvb-pilot in Rotterdam-Zuid heeft veel inzicht opgeleverd in wat wel en niet werkt, en waar verdere ontwikkelingen mogelijk zijn. Deze inzichten hebben we op een rijtje gezet in ons rapport. Ondanks de coronatijd heeft de pilot veel opgeleverd voor de praktijk in Rotterdam-Zuid. Mensen met een lvb worden beter bejegend, er is meer kennis en kunde over mensen met een lvb en aandacht voor de mogelijkheid dat mensen een lvb kunnen hebben. De betrokken organisaties en hun professionals hebben hierin een grote ontwikkeling doorgemaakt. Veel deelnemende organisaties hebben een eigen aanpak ontwikkeld voor mensen met een lvb. Er is een bottom-up samenwerking ontstaan en de lijntjes zijn korter zijn geworden tussen deelnemende organisaties, en dus ook tussen het sociaal en justitiële domein. Deze ontstane bottom-up samenwerking wordt voortgezet in Rotterdam-Zuid. Er wordt gekeken of de werkwijzen uit de pilot breder toegepast kunnen worden. Niet alleen in Rotterdam-Zuid, maar in heel Nederland.