Sinds de coronapandemie hebben Nederlandse overheidsinstanties te maken gehad met een toename van contact met zogenaamde 'soevereinen' en 'autonomen'. Deze personen zien de staat als illegitiem en vijandig. Ze proberen zich los te maken van de overheid, vaak via brieven waarin een beroep wordt gedaan op obscure wettelijke constructies. Het idee is dat deze brieven, als ze correct zijn opgesteld, iemand zouden vrijstellen van de autoriteit van de overheid.
Ten onrechte denken soevereinen dat ze daarom bijvoorbeeld geen boetes of belasting meer hoeven te betalen. Dit kan voor deze mensen dan ook leiden tot financiële problemen. Soevereinen uiten zich ook nog op allerlei andere manieren, bijvoorbeeld door kinderen van school te halen. Er zijn ook uiterste gevallen bekend waar soevereinen met gewapend geweld dreigen. Kortom, soevereinen kunnen problemen veroorzaken voor zichzelf, hun omgeving en de maatschappij.
Het bestaan van deze groep soevereinen is al enige tijd onderwerp van gesprek in de media en bij de overheid. Toch blijft er veel onduidelijk. Hoeveel gemeenten hebben daadwerkelijk te maken met soevereinen? Hoe groot is deze groep? Hoe duiden gemeenten deze mensen? Zien zij hen als een probleem? Zo ja, welk soort probleem? Hoe wordt er met soevereinen omgegaan en wie draagt daar verantwoordelijkheid voor? Ook is het belangrijk te weten aan wat voor kennis over soevereinen gemeenten behoefte hebben. Welk soort onderzoek zou hen hierbij kunnen helpen? Deze en nog meer vragen zijn vanuit het lectoraat Social Media, Security & Justice via een enquête onderzocht.
We hebben een enquête uitgezet die is beantwoord door medewerkers van 77 Nederlandse gemeenten in de regio Rotterdam, de regio Midden-Nederland, en in regio Noord (Drenthe, Groningen, Friesland). Daarin vroegen we hen naar de hoeveelheid soevereinen in hun gemeente, hoe zij denken over soevereinen, en aan wat voor kennis over soevereinen zij behoefte hebben.
Uit de enquête-resultaten blijkt dat het fenomeen 'soevereinen' breed verspreid is, maar dat er weinig inzicht is in hoeveel mensen het zijn. Veel gemeenten zeggen soevereinen te hebben, maar ze houden niet bij hoeveel het er zijn. Schattingen op basis van brieven die soevereinen sturen, variëren van enkele tot soms 70 soevereinen in een enkele gemeente.
Daarnaast is de duiding en problematisering heel divers. Sommige respondenten vinden soevereinen geen probleem omdat ze maar met weinig zijn of omdat ze vrij zijn hun mening te uiten. Doorslaggevend is of soevereinen ook tot concrete acties over gaan, zoals stoppen met de huur of belastingen te betalen. In die gevallen worden soevereinen wel als een probleem gezien omdat ze een risico kunnen zijn voor zichzelf of anderen. Om dit te voorkomen, probeert een kleine minderheid van de gemeenten contact te onderhouden met soevereinen, vooral door waarschuwend te antwoorden op ontvangen brieven.
Tot slot vinden de meeste respondenten verder onderzoek naar soevereinen wel belangrijk, maar de geschatte hoeveelheid soevereinen is voor sommigen reden hier geen prioriteit aan te geven. Behoeften aan kennis hebben vooral betrekking op het in kaart brengen van de omvang en drijfveren van soevereinen en het bieden van handelingskaders voor gemeenten.
Met dit onderzoek is een bijdrage geleverd aan de bewustwording rondom en kennisvorming over soevereinen in Nederlandse gemeenten. Een bijkomende functie van de enquête was het opdoen van kennis en contacten bij gemeenten voor verdiepend vervolgonderzoek. Met de deze contacten en de uitkomsten van dit onderzoek gaan vervolgstappen gedefinieerd worden voor onderzoek dat aansluit op de behoeften in de praktijk.
"Soevereinen zetten zichzelf buiten de maatschappij en raken zo nog verder verwijderd. De mogelijkheid om in gesprek te gaan, raakt steeds beperkter en ze ontnemen zichzelf en anderen het recht op bepaalde voorzieningen en voldoen niet aan bepaalde verplichtingen."
De inzichten van dit onderzoek worden gebruikt in bijdragen aan het vak Maatschappelijke Onrust in de opleiding Integrale Veiligheidskunde. Soevereinen zijn een opvallende casus in anti-institutioneel wantrouwen en/of extremisme.
Voor studenten Integrale Veiligheidskunde is het onderwerp belangrijk omdat het door het beroepenveld als een specifieke uiting van maatschappelijke onrust wordt gezien, met daarin een belangrijke rol voor online verspreide ideeën en strategieën om je los te maken van de overheid.
We ontwikkelden en verspreidden deze enquête in samenwerking met Regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland, de Veiligheidsalliantie Rotterdam, en met medewerkers van de gemeentes Súdwest-Fryslan en Groningen. De respondenten maken in dit geval ook uit van het werkveld, aangezien we samenwerken met en onderzoek doen onder medewerkers in de gemeentes.