Patiënten die lijden aan chronische en ernstige verslavingsproblematiek vallen onder de categorie EPA-patiënten (Ernstige Psychische Aandoening). Het zijn patiënten die te maken hebben met drievoudige problematiek, zijnde verslavingsproblematiek, psychiatrische comorbiditeit en comorbide somatische problemen, met als gevolg een hoge mate van disfunctioneren op meerdere levensgebieden. De EPA gecombineerd met middel- gerelateerde stoornis gaat vaak gepaard met een slechte somatische gezondheid en ernstige psychosociale problematiek.
Bij ernstige verslavingsproblemen speelt nadrukkelijk mee dat de gevolgen van ziekte – zoals pijn en onwel bevinden – vaak worden onderdrukt door het gebruik van psychoactieve middelen, benzodiazepinen en pijnmedicatie, en daardoor worden gemaskeerd (Middeldorp, 2008). Patiënten met langdurige verslavingsproblemen presenteren hun lichamelijke klachten in een relatief laat stadium bij de huisarts. Daardoor ontstaat er vertraging in diagnostiek en behandeling, wat een ernstiger beloop van bepaalde aandoeningen tot gevolg heeft.
Verpleegkundig specialisten hebben de Utrechtse somatische screeningslijst (USS) ontwikkeld en in opeenvolgende versies verbeterd tot de USS 2.0. Het doel van de USS is om vroegtijdig lichamelijke gezondheidsproblemen te signaleren bij patiënten met ernstige verslavingsproblemen. Het afnemen van de USS wordt gedaan door de verpleegkundigen. De USS 2.0 is een veelbelovend instrument dat ingezet kan worden in de verslavingszorg. Het heeft een goede inhoudsvaliditeit en is opgebouwd op basis van bestaande richtlijnen. Daarnaast is het getoetst op bruikbaarheid in de praktijk.
In eerste instantie is het van belang om inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van de somatische problematiek van de door ons beschreven doelgroep van patiënten met verslavingsproblematiek. Deze kennis kan worden benut om verpleegkundige interventies te ontwerpen die aansluiten bij de beschreven gezondheidsproblemen die uit de screening naar voren komen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd en is gebaseerd op een multicenter observationeel, cross-sectioneel ontwerp. De populatie voor deze studie bestaat uit EPA-patiënten met langdurige en ernstige verslavingsproblemen. Er wordt een gestratificeerde steekproef van 300 patiënten getrokken waarin willekeurig patiënten worden benaderd in verhouding tot de relatieve omvang van de subpopulaties binnen de Medische Heroïne Eenheid, de Opiaat Onderhoudsbehandeling en de FACT Verslavingsteams.
Het betreft patiënten van twee grote verslavingszorginstellingen. Een uit twee middelgrote steden en met een landelijk gebied. Deze patiëntenpopulatie is representatief voor EPA-patiënten in de verslavingszorg in Nederland.
Onderzoeksvragen zijn:
Het onderzoek is ingebed in de Academische Werkplaats Verslaving Jellinek en is een samenwerkingsverband met Prof. dr. A. Goudriaan, bijzonder hoogleraar werkingsmechanismen en behandeling van verslaving, Arkin, Academisch Medisch Centrum, afdeling psychiatrie, Amsterdam UMC, Amsterdam; Prof. dr. B. van Meijel, lector/ bijzonder hoogleraar ggz-verpleegkunde, Hogeschool Inholland, Amsterdam UMC, afdeling psychiatrie, Parnassia Groep en wordt ook begeleid door Dr. V.J.A. Buwalda, psychiater, geneesheer-directeur Novadic-Kentron.
Het doel is te zorgen dat de USS, die gebaseerd is op de best beschikbare wetenschappelijke kennis, en practice based aansluit bij het werken in de verpleegkundige praktijk. Tevens dat de kennis en implementatie van het werken met de USS goed overdraagbaar zijn voor het onderwijs en de praktijk van de verslavingszorg.
Het project levert de volgende resultaten op:
De nu beschikbare producten zijn hieronder te vinden.