Welkom! Inholland respecteert je privacy. Deze website maakt gebruik van cookies om je bezoek makkelijker en persoonlijker te maken, de site te verbeteren en om marketingactiviteiten te kunnen doen. Wanneer je op ‘Ja, ik accepteer’ klikt geef je hier toestemming voor.
Inleiding
In het vorige hoofdstuk hebben we de ondernemendheid van welzijnswerkers en wijkopbouwers
besproken. In dit hoofdstuk nemen we de ondernemendheid van maatschappelijke werkers onder
de loep. Aangezien beide beroepsgroepen in hun dagelijkse werk geconfronteerd worden met
vergelijkbare omstandigheden en invloeden –te denken valt aan WMO, WNS, marktwerking &
concurrentie, bezuinigingen, reorganisaties, afslankingen en ontslagen- zullen we vooral inzoomen
op de meest in het oogvallende aspecten van de maatschappelijke werkers en hun pogingen
ondernemendheid aan de dag te leggen. Kenmerkend voor het werk van maatschappelijk werkers is
de uitgesproken één-op-één-relatie met cliënten terwijl het werk van welzijnswerkers en vooral
wijkopbouwwerkers vooral op collectiviteiten, op groepen van mensen, is gericht. Te denken valt
hierbij aan bewoners van een bepaalde buurt, aan wie bepaalde gezamenlijke activiteiten wordt
aangeboden (Nederlandse les, leren fietsen, samen zwemmen). Bij maatschappelijk werkers is het
startpunt in beginsel de individuele behoefte of problematiek. Deze overwegende individuele relatie
vindt plaats binnen één van de werkgebieden van Maatschappelijk Werk: algemeen maatschappelijk
werk, sociaal raadswerk, SHV en ouderenwerk.
In dit hoofdstuk volgen we Moniek op de voet. Zij is algemeen maatschappelijk werkster, 53 jaar oud
en zij woont en werkt in Rommeldam. In onderstaande interviewreportage leren wij haar en haar
werk kennen. Samen gaan we op zoek naar de mogelijkheden en de belemmeringen in haar
dagelijkse werk om ondernemend aan de slag te gaan.