Welkom! Inholland respecteert je privacy. Deze website maakt gebruik van cookies om je bezoek makkelijker en persoonlijker te maken, de site te verbeteren en om marketingactiviteiten te kunnen doen. Wanneer je op ‘Ja, ik accepteer’ klikt geef je hier toestemming voor.
Uit onderzoek van Boogaard en Conijn (2022) naar de behoefte aan kennis op het gebied van toegankelijkheid van en binnen het hoger onderwijs, uitgevoerd in opdracht van de NRO Expertgroep
Toegankelijkheid Hoger Onderwijs (ETHO), blijkt dat docenten in het hoger onderwijs weliswaar weten dat er veel kennis is op het gebied van inclusief onderwijs, maar deze kennis als gefragmenteerd en moeilijk bereikbaar ervaren. Een voor de hand liggende oplossing om in deze behoefte te voorzien, is om kennis te bundelen en op deze manier beter beschikbaar te maken voor kennisbenutting door onderwijsprofessionals. Binnen de ETHO werd echter de hieraan voorafgaande vraag gesteld: hoe zit het eigenlijk met kennisbenutting door docenten? Wat maakt dat ze om op zoek gaan naar kennis over inclusief onderwijs? Waar zoeken zij deze kennis? En als zij deze gevonden hebben, wat doen ze er dan vervolgens mee? Inzicht in kennisbenutting is van belang, omdat het bijdraagt aan het vergroten van de impact van kennis. Als het gaat over kennis met betrekking tot inclusief onderwijs is dit maat schappelijk zeer relevant omdat het erop is gericht om studenten uit verschillende groepen gelijke kansen in het hoger onderwijs te bieden en hiermee een perspectief op de toekomst. Voor de beantwoording van bovenstaande vragen is in opdracht van de ETHO een onderzoek uitgevoerd waarbij docenten van drie hoger onderwijs opleidingen (een wo- en twee hbo-opleidingen) enkele maanden zijn gevolgd om meer te weten te komen over de kennisbenutting binnen hun
docententeams met betrekking tot inclusief onderwijs. In dit rapport doen wij hierover verslag door de bevindingen uit de drie opleidingen met elkaar te vergelijken.