“Ik liep stage bij een ict-bedrijf. Ze maakten grappen over vrouwen. Ik zie dit als een vorm van stagediscriminatie. Ik heb mijn stage daar niet afgerond.”
Dat er op de arbeidsmarkt sprake is van kansenongelijkheid, ervaren veel studenten. Sommige studenten moeten duidelijk meer moeite doen voor het vinden van een stageplek dan anderen. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond, buitenlandse naam of een van de heersende normafwijkende religie, sekse of seksuele geaardheid resulteert in een veel kleinere kans op een stage.
Hogescholen kunnen hier meer aan doen dan ze zich lijken te realiseren. Docenten moeten dat niet 'solo' hoeven oppakken. Wat je als docent zelf kunt doen, lees je op deze pagina. Lees ook de volgende publicaties:
Roos en Nica willen met hun bedrijf Trickle bijdragen aan een diverse en inclusieve werksfeer. Dit doen ze onder andere door het geven van diversiteitstrainingen aan bedrijven. Welke concrete tips hebben zij?
Anno 2021 hebben vooral studenten met een migratieachtergrond nog steeds te maken met nare ervaringen op stage, met name met discriminatie. Sommige studenten moeten extra hun best doen om erbij te horen, omdat zij bijvoorbeeld van kleur zijn of een hoofddoek dragen, omdat ze zich op andere manieren met hun kleding, hun tatoeages, hun piercings of sieraden willen onderscheiden. Niet wit zijn, geen ‘norm core’ kleding dragen, niet een standaard ‘hetero’ willen zijn, geen ‘Hollandse’ achternaam hebben is geen uitnodiging om gediscrimineerd te worden.
Vooroordelen kunnen individuen niet alleen veranderen. Het helpt uiteindelijk niet om je te ‘vermommen’. Al is het prettig om “ik zei je toch” commentaar over de vooroordelen van anderen te vermijden. Helpen doet het bovendien ook lang niet altijd. Een student vertelde dat een leerbedrijf haar achternaam niet echt vertrouwde en zij vervolgens om een pasfoto hebben gevraagd, om daarna niks meer van zich te laten horen.
Scholen kunnen een groot verschil maken. Niet alleen voor studenten die van ‘de norm’ afwijken maar door alle studenten duidelijk te maken hoe normen uitsluitend werken. Alle studenten moet hulp worden aangeboden, diegenen die menen gediscrimineerd te worden, extra hulp. Docenten, zeggen de geïnterviewden, moeten geen gêne hebben om het over discriminatie te hebben.
“Educatie begint denk ik op school en thuis bij je opvoeding. Daar begint je beeld te vormen van de wereld. Wat je van daaruit leert en meekrijgt, is erg belangrijk voor je ontwikkeling. Ik zou zeggen: begin bij school en educatie.”
Alex, geïnterviewde werkgever
Kansenongelijkheid op de arbeidsmarkt heeft veel te maken met het impliciete ‘norm’ beeld dat docenten, studenten en werkgevers delen. Daardoor is er te weinig aandacht voor hoeveel moeite sommige studenten moeten doen om een stageplek te vinden. Huidskleur, migratieachtergrond, buitenlandse naam, hoofddoek, zichtbare handicap, een gender die niet met een bepaald beroep wordt geassocieerd, seksuele geaardheid: ze werken allemaal als uitsluitingsgronden.
"Als het gaat om het vinden van een stageplek word je gewoon in het diepe gegooid, onder het mom van: je bent hbo’er. Maar je bent en blijft toch ook een mens die ondersteuning of erkenning nodig heeft. Dat houdt echt niet op bij een bepaalde leeftijd."
(Op de foto staan Roos (midden) en Nica (links), twee van onze geportretteerden; zij geven diversiteitstrainingen aan bedrijven)