"Het is heel goed als je met een andere discipline te maken krijgt. Dan kijk je net als ik door een andere bril naar dezelfde patiënt."
Duncan van Nunen (Sportkunde) en Fardad Motazedian (Verpleegkunde) werden via hun docenten gewezen op een interessante stageplek. Een stageplek waar ze verder moesten kijken dan de opgedane kennis in hun eigen vakgebied, waar ze moesten samenwerken om hetzelfde doel te bereiken. En waar ze zich open moesten stellen om anders te denken. En dat is ze gelukt.
Fit-Inn is een beweegcentrum op het terrein van GGZ InGeest, locatie Bennebroek. In de kliniek verblijven cliënten met een meervoudige psychische aandoening zoals schizofrenie, bipolaire stoornissen en psychoses. Om daar stage te lopen moet je stevig in je schoenen staan, zegt Duncan: “Ik denk dat ik mede door mijn leeftijd van 30 jaar niet snel geïntimideerd ben door cliënten die anders reageren dan ik verwacht. Toen ik hoorde van de projectleider bij Fit-Inn dat deze doelgroep een levensverwachting heeft die 20-30 jaar korter is dan gemiddeld, wilde ik mijn kennis van bewegen inzetten om de cliënten gezonder te maken. Daarnaast wil ik met mijn opleiding graag iets betekenen voor de maatschappij, een goede combinatie dus.” Fardad wist net als Duncan van tevoren niet veel van de doelgroep af: “Mijn uitstroomprofiel is eigenlijk algemeen ziekenhuis, ik twijfelde eerst of ik de stage wel moest doen. Maar ik was ook erg benieuwd naar deze andere tak van mijn toekomstige beroep. Als je zelf nooit met de psychiatrie te maken hebt gehad, heb je er een bepaald beeld van. Voor mij was dat wat je vaak in films ziet: hoge muren, dwangbuizen en een halve gevangenis. Dat beeld werd overigens snel ontkracht toen we hier op gesprek kwamen.”
Getrouwd stel
Vanaf het eerste moment was duidelijk dat de kracht van de stage in de samenwerking van verschillende disciplines ligt. De eerste kennismaking met Fit-Inn hebben Duncan en Fardad dan ook samen gedaan. Om elkaars vakgebied beter te leren kennen, hebben ze in de eerste weken van de stageperiode twee weken ‘samengewoond’. Een week meelopen in het vakgebied van een andere student, dat was nieuw voor beiden. Fardad is erg positief over die ervaring: “Duncan en ik kenden elkaar niet, dus het was spannend of er een klik zou zijn. In die twee weken hebben we veel van elkaars vakgebied geleerd. We kwamen erachter dat we dezelfde idealen hebben en hetzelfde denken over wat er moet gebeuren. We grapten wel eens dat we net een getrouwd stel leken.” Duncan is net zo positief over de samenwerking: “Ons werk-huwelijk is inderdaad goed! Doordat we op één lijn zitten, verliep de samenwerking uitstekend. Fardad stimuleerde cliënten enorm om naar het beweegcentrum te gaan. Hij bracht ze er zelfs naartoe, als dat moest. Dat was voor ons een mooie gelegenheid om bij te praten over de vorderingen van cliënten. Of over dingen waar we met onze stages tegenaan liepen. Fardad erkent het belang van bewegen onder deze doelgroep, dat zie je niet bij elke verpleegkundige.”
Zet eens een andere bril op
Zowel Duncan als Fardad zijn van mening dat er meer ‘werk-huwelijken’ gesloten moeten worden onder studenten van verschillende opleidingen. Duncan: “Ik zag tijdens mijn stage dat medewerkers erg op hun eigen eilandje zitten. Ze benaderen een casus vanuit hun eigen vakgebied. Het is veel beter om de behandeling vanuit meerdere invalshoeken te benaderen om zo het herstel van de cliënt te bevorderen. Daar bereik je meer mee.” Ook Fardad heeft veel geleerd over deze bijzondere samenwerking: “Je zag het bijvoorbeeld ook heel goed aan de cliënten toen ik die eerste week bij Duncan meeliep. Bij mij op de verpleegafdeling dwaalden ze nog sip rond, maar in het beweegcentrum zag ik een totaal andere cliënt. Daar haal ik veel voldoening uit. We hebben samen een aantal succesjes gehad waar we best trots op zijn. Ik weet nog dat Duncan me een keer belde en zei: ‘Fardad, cliënt X staat hier voor de spiegel om trots zijn spierballen te laten zien!’. Dat laat zien dat bewegen iets met het zelfbeeld van cliënten doet, al is het nog zo klein. Natuurlijk heeft niemand na twee weken gigantische bicepsen, maar voor hun gevoel is het heel veel.”
De studenten zijn vastbesloten om de opgedane kennis en ervaring mee te nemen in hun verdere carrière, ook al eindigt hun werk-huwelijk tegelijk met de stageperiode. Duncan: “Als je twintig jaar in dezelfde discipline werkt, stel je je niet meer écht open. Ik wil dit vast blijven houden.” Fardad voegt daar aan toe: “Het combineren van opleidingen geeft je zo’n ander perspectief. Het is heel goed als je met een andere discipline te maken krijgt. Dan kijk je net als ik door een andere bril naar dezelfde patiënt. Dat is een verrijking voor jezelf. We leren van elkaar. Dat is iets wat we moeten blijven doen.”